Geschiedenis
Van Ridder Herman tot landgoed Vilsteren
Vilsteren is nauw verbonden aan het geslacht van Vilsteren. De oudste vermelding waarin dit geslacht gekoppeld wordt aan de plaats Vilsteren is uit 1382. De Bisschop van Utrecht beleent dan o.a. de Hof te Vilsteren aan ridder Herman van Vilsteren. Vilsteren is eeuwenlang een zogenaamd esdorp, met de bijhorende boerderijen, akkers (de essen), natte hooilanden langs de Vecht en "woeste" gronden met schapen.
Vanaf het eind van de 18e eeuw krijgt Vilsteren daarnaast een landgoedkarakter. Via o.a. vererving en verdeling van de Marke komt een vrijwel aaneengesloten gebied van ca. 1000 hectare in één hand. De opeenvolgende eigenaren (de families Grootvelt, Helmich en Cremers) zorgen voor de komst van een buitenplaats met park, de kerk, een school, de herberg, de molen en nieuwe boerderijen. Verder worden de woeste gronden ontgonnen en bebost en verfraaien zij het landschap rond het dorp.
Dit alles leidt tot wat Vilsteren nu is, een uniek landgoed van ca. 1035 hectare met centraal daarop gelegen de buitenplaats en het landgoeddorp.
Huis Vilsteren
Het huidige Huis Vilsteren is gebouwd in 1908. De architect is Eduard Cuypers en de bouwstijl is neorenaissance. De voorganger van dit huis stond ook op deze plek, maar was veel soberder uitgevoerd. Dit huis was gedurende enkele generaties een buitenverblijf. De opeenvolgende eigenaren van het landgoed woonden in die tijd in Zwolle. Toen Gellius Pathuis Cremers en zijn vrouw Hermance begin 20e eeuw permanent op het verouderde en weinig comfortabele huis wilden gaan wonen, besloten ze het oude huis te laten slopen en het huidige huis te laten bouwen.
Huis Vilsteren wordt in de volksmond ook wel Groot Spijker genoemd. Spijker spreek je uit als spieker. Dat komt van het Latijnse woord Spicarium, wat opslagplaats van graan betekent. Op deze plek stond in de tijd van de ridders van Vilsteren een dergelijk spieker, waar de oogst van de gezamenlijke boeren werd opgeslagen om deze beter te kunnen verdedigen tegen roofridders en ander gespuis.
Na het overlijden van Gellius Pathuis Cremers in 1949 heeft er vele jaren een internationale lagere school van de Quakers in het huis gezeten, maar vanaf 1995 wordt het weer bewoond door een van de mede-eigenaren van het landgoed.
Het dorp
Het dorp Vilsteren ligt in zijn geheel op het landgoed. De structuur van het dorp wordt enerzijds bepaald door de agrarische ontstaansgeschiedenis (een esdorp) en anderzijds door de eeuwenoude relatie met het landgoed. De kern van het dorp bestaat uit een kleine weide met daar omheen o.a. de kerk, de pastorie, enkele boerderijen, de molen en Huis Vilsteren. Het beleid van het landgoed is er op gericht te voorkomen dat het dorp een visueel eiland in het landgoed wordt. De overgang van het wat strakkere en goed onderhouden ontwerp van het park van de historische buitenplaats Huis Vilsteren naar de meer natuurlijke bossen buiten het dorp verloopt dan ook geleidelijk.
Ook m.b.t. nieuwbouw en verbouwingen is het landgoed altijd erg zorgvuldig omgegaan. Dit heeft ertoe geleid dat het grootste gedeelte van het dorp de officiële status van beschermd dorpsgezicht heeft gekregen. Deze status beperkt zich niet tot alleen de in het dorp aanwezige gebouwen, maar richt zich nadrukkelijk ook op het samenspel van gebouwen, groene elementen, open stukken, de relatie tussen het dorp en het omliggende gebied e.d..